Inhoudsopgave
Aan het werk gaan we allemaal, en wat de reden ook mag zijn, we verdienen er graag wat geld mee. Dat verdiende geld zie je graag terug op een rekening en wil je misschien ook even zelf controleren voor je het weer uitgeeft.
Daarom krijgen alle werknemers die in loondienst zijn bij een werkgever één keer in de maand of na vier weken een loonstrook per post of digitaal. Dit is niet verplicht, tenzij het de eerste salarisstrook is of als het loon afwijkt van de vorig maand.
Dit kan door veranderingen in het loon of de loonheffingen. De loonstrook dient als een specificatie van het verdiende loon.
Cijfers en begrippen op het loonstrookje
Er staan allerlei gegevens en cijfers op een loonstrook, het belangrijkste is natuurlijk het verdiende loon onder de streep als alle belastingen en heffingen eraf zijn, het nettoloon. Sommige begrippen spreken voor zich, bruto en netto bijvoorbeeld, maar er wordt ook veel met afkortingen gewerkt.
Deze zijn niet altijd even duidelijk en het is toch wel fijn om te weten waar je precies je geld aan afdraagt en hoe je loon tot stand komt iedere maand. Daarom volgt hier een uitleg van alle termen die je op een loonstrook vindt en wat dit voor de werknemer betekent.
Waar is het brutoloon uit opgebouwd
Allereerst staan je eigen persoonlijke gegeven en de gegevens van je werkgever bovenaan de loonstrook. De datum van versturen evenals de periode waarover het bedrag is uitbetaald, dit is meestal de maand ervoor.
Werk je iedere maand hetzelfde aantal uur dan is dit je basisloon en alles wat je meer werkt zijn overuren of meer uren. Werk je flexibel dan vindt je in ieder geval het aantal gewerkte uren terug op je loonstrook. Het belangrijkste punt op de loonstrook is het brutoloon en de opbouw hiervan.
Je vindt hier naast het basisloon extra toeslagen zoals vakantiegeld, overuren en prestatietoeslagen. Dit kan voor iedereen verschillend zijn, bijvoorbeeld als je ploegentoeslag krijgt of reiskostenvergoeding, maar vallen allemaal onder het kopje salaris.
Aan wie betaal aan loonheffingen
Van het brutoloon worden vervolgens verschillende belastingen afgehaald zodat er een nettobedrag overblijft, dit noemen we loonheffingen. De werkgever betaalt loonbelasting. Dit zijn verplichte sociale verzekeringen in de vorm van een premie aan volksverzekeringen.
De volksverzekeringen bestaan uit de Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene nabestaandewet (Anw), Wet langdurige zorg (Wlz) en Algemene kinderbijslagwet (AKW). Voor laatstgenoemde wordt geen premie betaald. Daarnaast betalen we ook premie voor werknemersverzekeringen. Dit in geval van de financiële gevolgen bij ziekte, werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid.
De werknemersverzekeringen zijn Ziektewet (ZW), Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de werkeloosheidswet (WW).
Het salaris onder de streep
Tenslotte betalen werknemers een bijdrage aan de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Als we deze loonheffingen van het brutoloon afhalen, blijft er onder de streep een nettobedrag over wat op de rekening wordt gestort. Andere gegevens die op de loonstrook staan vermeld zijn het wettelijk minimumloon en minimumvakantiebijslag dat bij je functie hoort.
In sommige gevallen staan ook de ziektedagen en opgebouwde vakantiedagen vermeld.